Paragrafen

Financiering

Schatkistbankieren
Per 13 december 2013 is de Wet financiering decentrale overheden inzake schatkistbankieren gewijzigd en is de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden van kracht geworden. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun overtollige (liquide) middelen aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit betekent dat vanaf 15 december 2013 overtollige gelden niet langer bij bijvoorbeeld banken mogen worden weggezet.
Wel mogen decentrale overheden overtollige middelen aan elkaar uitlenen, zolang er geen sprake is van een toezichtrelatie, om zodoende een beter rendement te halen dan bij de schatkist. De schatkist biedt geen leen- of roodstand- faciliteiten aan. Deelname van decentrale overheden aan het schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU (Europese Monetaire Unie) schuld van de collectieve sector, waardoor de externe financieringsbehoefte van het Rijk minder wordt. Dit vertaalt zich in een lagere staatsschuld. Voor gemeenten geldt een doelmatigheidsdrempel van 2% (per juli 2021 verhoogd van 0,75%) van het begrotingstotaal.
Dit houdt voor Den Helder in dat gemiddeld een bedrag van ca. 4,3 miljoen in de gemeentekas mag blijven voordat tot schatkistbankieren moet worden overgegaan.
De BNG Bank en de ABN Amro berekenen echter per 1 juli 2021 negatieve creditrente over saldi boven respectievelijk € 500.000 en € 100.000. Daar wordt daarom op dit moment geen gebruik van gemaakt.

Wet houdbare overheidsfinanciën (Hof)
De Wet Hof is met ingang van 11 december 2013 van kracht. Deze wet is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van decentrale overheden om binnen het EMU-aandeel van 3% te blijven. Gemeenten moeten een gelijkwaardig aandeel leveren in het terugdringen van het EMU-tekort. Brussel en de landelijke overheid maken gebruik van een ander boekhoudsysteem (kasstelsel) dan de decentrale overheidssector (baten-lastenstelsel). Hoewel in beide boekhoudsystemen de uitgaven en ontvangsten in evenwicht zijn, overschrijdt de decentrale overheidssector de norm bij toepassing van het boekhoudsysteem van het Rijk. Dit kunnen decentrale overheden oplossen door het terugdringen van investeringen of het verhogen van de belastingen. Bij overschrijding van de norm kan het Rijk een sanctie opleggen. Deze moet wel eerst worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Voor Den Helder kan het betekenen dat we op termijn geremd worden in onze ambities. Om hierop te anticiperen, kunnen we dan naar methoden kijken waarbij de investering niet in één keer betaald wordt, maar gespreid over de gebruiksduur van het te gebruiken goed. Denk aan PPS (publiek-private samenwerking)-constructies en leasen.

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2023 13:48:41 met de export van 07/14/2023 10:08:22